20 januari 2008

Imagomanagement binnenskamers

Mijn huisgenote kleurt haar haar. En ze doet dat goed, zou De Mens zingen. Een ongeoefend oog ziet amper dat haar krullen niet van nature een roodkoperen kleur dragen. Henna heet het product dat haar stijlvol exotisch maakt.

Vorige week betrapte ik haar op heterdaad terwijl ze haar haar verfde. Toch verscheen het schaamrood niet op haar wangen, gaf ze geen woord uitleg bij haar bijzondere aanblik. Ze keek niet eens op toen ik binnenkwam en boterde rustig haar boterham verder.

Ze was heel gewoontjes, van kin tot teen. Enkel haar hoofd was omzwachteld met verschillende lagen vershoudfolie. Optimale bescherming tegen hersencelveroudering?

Pas toen ik haar enkele seconden verbijsterd aanstaarde, verklaarde ze laconiek. “Oh, ik kleur mijn haar.” Die uitleg volstond om me de hele verdere avond mentaal te gijzelen. Want terwijl zij potsierlijk paradeerde met haar geïmproviseerde hoofddeksel, was ik verplicht normale gespekken te voeren met het creatuur tegenover me. Staren, lachen of wijzen streng verboden.

Na een avondlijke douche kwam ze weer normaal voor de dag.
Morgen, op straat en op haar werk, zou niemand kunnen vermoeden wat een portie henna met een mens’ waardigheid kan doen. Imagomanagement, ja zeker meneer, daar doen we aan mee, maar enkel buitenshuis.

En ik had intussen een extra training genoten om in soortgelijke situaties mij heel normaal te gedragen. Geen plukje spinazie tussen de tanden van een potentiële gesprekspartner brengt mij nog van de wijs.

1 opmerking:

Anoniem zei

Leuk stukje. Kan me je lol voorstellen. Je imagomanagement werkt.
DH