31 oktober 2007

Big in België

De varkenssector slaat alarm. Groot alarm. Maandagavond eisten de varkensboeren het hoofdpunt van het VRT-radionieuws op. De prijs voor de biggen is fors gedaald en de boeren zouden per big vijftien euro verlies lijden.

Zoveel kabaal voor een paar beestjes. Is dat niet een beetje overroepen? Integendeel, bewijzen officiële cijfers. Ons land telt meer dan zes miljoen varkens. Vijvennegentig pro- cent van de nationale varkens- stapel huist in Vlaanderen. Dat betekent dat we onderdak bieden aan een slordige 5,8 miljoen varkens. Vijf komma acht miljoen!

Een eenvoudige rekensom leert dat elke Vlaming bijna over een heel varken beschikt. Ware het niet dat de West-Vlamingen meer dan de helft van de varkens voor zich opeisen. Wanneer de varkensprijs keldert, deelt in sommige West-Vlaamse gemeenten niet minder dan vierenveertig procent van de economie in de klappen. Een West-Vlaamse variant van het Marshallplan lijkt onvermijdelijk.

Bijna zes miljoen varkens moeten dagelijks gevoederd, gehuisvest en verzorgd worden. Vlaamse boeren nemen dat zonder morren op zich. De varkens laten het zich welgevallen en knorren gezapig verder.

Dat we zorgen voor vijf komma acht miljoen varkens in Vlaanderen, daar kraait geen haan naar, maar solidair zijn met drie komma vier miljoen Walen is er voor sommigen te veel aan. In wat voor land leven wij?

28 oktober 2007

Veroordeeld (in) Ethiopië

Gelezen op 25 oktober 2007 in De Standaard: Belg zit vast in Ethiopië na doodrijden van 14-jarig meisje. "De dorpsbewoners, die het ongeval hebben zien gebeuren, reageerden woest en bekogelden de wagen met stenen." Vernomen via Het Nieuwsblad op 25 oktober 2007: Belg opgepakt in Ethiopië na dodelijk ongeval. "Volgens een woordvoerder van Buitenlandse Zaken werd de auto van de Belg en zijn vriendin onmiddellijk belaagd door een menigte woedende Ethiopiërs."

Stel het u eens voor: u reist nietsvermoedend door Ethiopië. Ja, u geniet van de reis doorheen de uitgestrekte landschappen. Maar u blijft het vreemd vinden dat vele Ethiopiërs nog steeds in hutten wonen, het schaarse hout dat voorhanden is opbranden om zich te warmen, en geen elektriciteit noch stromend water kennen. Bizar volk, meent u, maar vriendelijk, dat wel.

Een dag later moet u noodgedwongen uw indruk over de Ethiopiërs bijstellen omdat een woedende meute uw terreinwagen met stenen bekogelde nadat u een kind had aangereden. Ongelooflijk. Barbaars volk.

Ja, stel het u maar eens voor: u woont nietsvermoedend in Ethiopië. Overdag hoeden de kinderen ossen, schapen en ezels. U werkt op het veld, doet het huishouden en gaat naar de markt. Dat betekent elke dag kilometers lopen over de aarden wegen. De stofwolken in de verte, weet u, veranderen snel in naderende auto’s. Type 4x4. Ze toeteren als ze passeren. Vriendelijk. Zo weet u tenminste wanneer u aan de kant moet springen en de uit elkaar stuivende dieren bij elkaar moet proberen te houden.

Keizer Haile Selassie bracht in de jaren vijftig de eerste auto naar zijn rijk. Tegenwoordig zijn auto’s geen uitzondering meer op de Ethiopische wegen. Rijkere Ethiopiërs uit de stad en buitenlanders laten zich rijden en begeven zich ook op de onverharde dorpswegen, zwaar gehavend door de tropische regenbuien en bezaaid met stenen die alle Ethiopische bodems rijk zijn. Enkel jeeps volstaan om de wegeltjes te trotseren. Alle chauffeurs - en de enige uitzondering bevestigt de regel - rijden aan een hels tempo, luid toeterend als ze een dorpskern passeren.

De dorpelingen verbaasden zich ooit over de metalen monsters die zichzelf zonder moeite leken voort te bewegen. Vandaag kijkt geen mens nog op, maar de schrik voor koning auto is nog niet weggeëbd. Begrijpen wie begrijpen kan als dorpeling hoe de voertuigen met zo’n snelheid over de wegen kunnen razen. Niet links, niet rechts kijkend. Spelende kinderen en iedere andere onbehoedzame met zich mee sleurend. De onmacht van het volk om vat te krijgen op de technologie is groot. Die onmacht uit zich in woede als het anonieme gevaarte weer iemand de dood injaagt.

De lokale politie treedt streng op: wie iemand aanrijdt, belandt onverwijld in de gevangenis. Of je nu blank of bruin bent. Het Belgisch-Nederlandse koppel dat vorige week werd aangehouden omdat het een dodelijk ongeval veroorzaakte op een Ethiopische weg, zal, naar ik vermoed, niet erg lang aangehouden blijven. Ze betaalden immers een schadevergoeding. Geld in ruil voor een kind. Het beeld van een woedende menigte Ethiopiërs zoals geschetst in enkele Belgische kranten zal, naar ik vermoed, de lezer langer bijblijven. Begrijpen wie begrijpen kan als lezer waarom dit beeld niet genuanceerder werd weergegeven in de media.

26 oktober 2007

Scheiden doet leiden

De Franse president Nicolas Sarkozy kondigde vorige week zo goed getimed en perfect georkestreerd zijn echtscheiding aan, dat het nieuws dat heel zijn land lam lag door vakbondsstakingen handig naar de achtergrond verdween. Het is de eerste keer dat het privéleven van een Frans president door de plaatselijke media zo breed uitgesmeerd wordt, maar of dat Sarkozy echt kan deren is nog maar de vraag.

Vanaf het begin van zijn ambtstermijn heeft hij immers doelbewust zijn ex-echtgenote, ex-model Cécilia, ten tonele gevoerd, wat ook al een trendbreuk was met zijn voorgangers. Daarnaast is het ook algemeen geweten dat hij zeer goede banden heeft met enkele Franse mediamagnaten, die braafjes hebben afgewacht het nieuws over ‘Sarko’ z’n scheiding te publiceren tot die bewuste ‘zwarte’ stakingsdonderdag. In hun spoor volgden de collectieve Europese media met pagina’s vol interpretaties en recapitulaties over het huwelijk van de Sarkozy’s met in de kantlijn een vermelding van de sociale onrust in Frankrijk.

En zo leidde Monsieur le President handig de aandacht af van een van de grootste gemeenschappelijk vakbondsacties van de afgelopen jaren in Frankrijk en kon hij in één klap rekenen op een bemoedigend schouderklopje van de Franse media die hem als grote gedumpte afschilderden. Zelden de pers zo massaal voor georganiseerde gossip in plaats van interessante human-interest zien kiezen.

25 oktober 2007

Viva Originalia

Op 29 oktober 2007 gaat op Eén Viva Victoria van start. Een programma over "een ziekelijke angst voor specifieke zaken of situaties die niet in verhouding staat tot de reële bedreiging die ervan uitgaat.” De trailer laat beelden zien van grote hoogtes, veel water en harige vogelspinnen. Zoiets schept verwachtingen, zoals een gezonnebrilde Walter Grootaerts die plots in beeld verschijnt. Niet alleen omdat ook hij bij veel mensen koude rillingen veroorzaakt, maar vooral omdat het Now-or-Never- en Fear Factor-sfeertje wel heel erg om de hoek loert.

“Hola, hola!”, hoor ik de programmamakers al in het verweer kruipen. “Onze kandidaten krijgen professionele hulp van psychologe Tine Daeseleire!” Juist, ja, dan mag je zoiets wel verkopen als kwaliteitstelevisie. Meer nog, dan moet je van deze tendens gebruik maken om de negatieve creativiteitsspiraal op de VRT om te buigen. En pax media als we zijn, wensen we graag een steentje bij te dragen met enkele bijkomende verantwoorde programma-ideetjes:

  • We volgen het wel en wee van de familie Planckaert in de Ardense bossen. Magali, Francesco, Stephanie en Christopher worden bijgestaan door een gespecialiseerde seksuologe die nu en dan voor de educatieve input zorgt door uitleg te geven over voorbehoedsmiddelen en gezinsplanning.
  • We steken vijf verleiders, zes verleidsters en vijf koppels samen op een eiland. De deelnemers moeten tijdens hun verblijf uitzoeken wie een partner heeft dan wel single is. Het Vlaams-Nederlandse presentatieduo wordt bijgestaan door een arts, over het effect van alcohol op de geslachtsdrift, en door een historicus-bioloog, over het paargedrag van de primaten. In een aftershow licht een expert in montagetechnieken toe hoe je kunt manipuleren met videobeelden.

  • We laten de kijkers gewoon zoveel mogelijk onbekende en soms zelfs door onderbetaalde researchers uitgevonden automerken, dranksoorten, jongens- en meisjesnamen raden en doorbellen. Na enkele uren geven we, bij wijze van tip, een letter uit het gezochte woord. Een geleerd statisticus legt uit hoeveel automerken, dranksoorten, jongens- en meisjesnamen u kunt vormen met die ene letter én hoeveel kans u maakt uitgerekend de tiende beller te zijn. Een economisch genie worstelt zich doorheen academische begrippen om de term ‘geldklopperij’ uit te leggen en een textieldeskundige verklaart waarom de presenterende geiten veel blaten maar weinig wol produceren.

Laat het een geruststelling zijn, heren Wauters en Vanseveren. Slaap op uw beide oren. Als het miljoenencontract met Woestijnvis financieel onhoudbaar blijkt te zijn, hoeft u niet te panikeren. Verantwoorde programma-ideetjes uitdenken is, zoals u ziet, mijn tweede natuur…

22 oktober 2007

Koning Lear

Ik heb smakelijk gelachen met het leed van een ander. Koning Lears ongeluk, hem aangedaan door zijn harteloze dochters, was mijn bron van vertier. In Brussel brachten de Koninklijke Vlaamse Schouwburg en Ro Theater vrijdagavond in avant-première een diepmenselijke tragedie over vaders die verkeerde keuzes maken en hun kroost die schurkachtige trekjes vertoont. Het gezelschap overgoot alles met een gezond humoristisch sausje, zonder echter de tragiek van het stuk geweld aan te doen.

William Shakespeare wekte ooit Lear tot leven, liet hem aftakelen en oud worden, waarop de oude koning besliste zijn rijk te verdelen onder zijn drie dochters. Het grootste deel van het koninkrijk was weggelegd voor wie het meest van haar vader hield. De oudste dochters wisten hun vader met mooipraterij te verleiden. De oprechte, maar bescheiden genegenheid van Cordelia werd door de vorst miskend waarna hij zijn jongste het land uitstuurde. Haar verbanning betekende het begin van de aftakeling van Lear in een sfeer van bedrog en achterbakse leugens. Tegelijk met de koning onderging de graaf van Gloucester hetzelfde lot. Pas zonder ogen zag hij in welke van zijn beide zonen hem echt respecteerde.

Het stuk begint klein. Twaalf acteurs, een bont allegaartje van Belgen en Nederlanders, verdringen zich op drie vierkante meter, waar nauwelijks plaats is voor een decor. Naarmate het verhaal vordert, nemen de spelers meer ruimte in, worden de gebaren en gevoelens grootser. De koning, sterk vertolkt door Jack Wouterse, schreeuwt zijn ongeluk uit. Vergenoegd wentelen de oudste dochters van Lear en hun verraderlijke handlangers zich in hun misdadigheid. De acteurs spelen met de sublieme teksten, die geen moment archaïsch klinken. Het subtiele decor en de absurde kostuums geven het stuk extra kracht.

Volgens regisseuse Alize Zandwijk, die aan de slag ging met de Nederlandse vertaling van Hugo Claus, gaat Koning Lear over ‘de problemen die ontstaan als een mens zich bij het maken van keuzes laat leiden door mooi ingeklede leugens en uiterlijke schijn. Over de tragiek van het te laat beseffen dat je niet naar je gevoel hebt geluisterd.’

Een stuk over moderne mensen voor moderne mensen. Nog tot 3 november in de KVS.

21 oktober 2007

Fresh Pressed Film

De nieuwe lichting filmmakers van de Hogeschool Sint Lukas presenteerde dinsdagavond vers afstudeerwerk aan het grote publiek. Als ijverige journalist in spe vond ik het dan ook mijn plicht te berichten over deze even enthousiaste cineasten van de toekomst. De Beursschouwburg in Brussel werd volledig ingepalmd door het verzamelde filmvolkje, hun lichtjes beschonken proffen, vrienden en enkele trotse ouders.

Met een zeer gevarieerd aanbod aan animatie, documentaire en fictie verraste Fresh Pressed Film de aanwezigen met een originele, frisse aanpak. De verste hoekjes van de cinema en de wereld waren niet ver genoeg voor deze ambitieuze filmmakers voor wie grenzen overschrijden een vereiste en creativiteit een vanzelfsprekendheid is. Ook het opzet van de avond was daar een goed voorbeeld van, want naast de klassieke vertoningen van de (kort)films waren er ook multimediale installaties en dvd-hoekjes met bijbehorende bib waar, je zelf een film uit het aanbod kon kiezen en bekijken.

Wat het meest is bijgebleven uit het hele avondje genieten van het werk van de studenten Audiovisuele Kunsten, is een animatiefilm met real-life einde. Die film, getiteld Yves, gaat over het gelijknamige hoofdpersonage dat een beetje anders dan de anderen is. De maker Joost Jansen confronteert op subliem subtiele manier de kijker met diens vooroordelen en bezorgt je in één vlotte pennentrek ook een heel nieuw zicht op wat animatie kan zijn. Naast de platgetreden paden van Disneys diertjes, groene ogers en ijstijden zorgt deze jonge tekenaar er met een film van slechts enkele minuten voor dat het begrip ‘tekenfilm’ een veel rijkere invulling krijgt. Jansen sleepte met Yves trouwens een eervolle vermelding van de jury in de wacht bij de uitreiking van Beste Vlaamse Studentenkortfilm op het Filmfestival van Gent. Een aanrader, net zoals enkele andere versgeperste stukjes cinema die te zien waren. Hopelijk wordt het een even vruchtbare journalistenoogst dit jaar…

Wil jij zelf Yves beoordelen, klik dan hier.
De trailer van Fresh Pressed Film vind je hier.

18 oktober 2007

Te fiets in Brussel

Brussel met de fiets, het is een hel. Suspens verzekerd, dat wel. Voor mensen die van spanning houden, is er maar één goede raad: schaf je een stalen ros aan en stort je in de verkeersstroom van onze hoofdstad. Elke minder stoere medemens - herkenbaar aan zijn fluogele jas - beaamt dat fietsen in Brussel geen pretje is en vindt het waarschijnlijk iedere keer een beproeving.

De binnenring is
het mobiliteitsmonster bij uitstek voor de fietser. Of je de drie rijvakken enkel wil kruisen of de ring wil meevolgen met de auto’s, je voelt je er nooit op je gemak. Voor de automobilisten lijken verkeerslichten en zebrapaden decoratieve opsmukjes van hun geliefde weg die ze wel appreciëren, maar evenzeer negeren. Dat de ring een fietspad mist, is alleen maar te betreuren. Zo’n roze strook zou perfect passen bij de andere decoratieve elementen.


Veiliger in de binnenstad zou je denken. Amper. Brussel profi- leert zich fietsvriendelijk voor de buitenstaander. Bijna alle straten met eenrichtingsverkeer zijn in twee richtingen toegankelijk voor fietsers. Handig als je geen blokje om wil rijden met je tweewieler. Maar hoe fietsvriendelijk is die maatregel nog in een smalle straat met auto’s geparkeerd langs weerszijden, waar optrekken een must, snelheid een understatement is? Fietspaden ontbreken haast overal. Waar ze toch aanwezig zijn, zijn ze amper zichtbaar, voorzichtig aangebracht met vaalwitte strepen. Geen automobilist die er zich wat van aantrekt.

Ook het wegdek is vaak in erbarmelijke staat. En hier begint geen pleidooi voor het vervangen van de kinderkopjes in de stad. De nostalgie die deze blinkende en bolle stenen oproepen, doet gauw het ongemak verdwijnen. Minder nostalgisch zijn de gaten in de weg. Geen onooglijke kuiltjes, maar kraters die hun naam waardig zijn. Vaak enkele tientallen centimeters diameter en niet minder diep dan breed vormen ze echte obstakels op de weg. De gaten ontwijken is geen optie aangezien de voorbijrazende auto’s elke fietser tegen de kant van de weg drukken. Samen met de glasscherven her en der in de wegkant maakt dit dat de Brusselaar wel twee keer nadenkt voor hij op zijn fiets springt. Wekt het nog verbazing dat het fietsenverhuurproject Cyclocity van de stad geen succes is?

Na een tocht je fiets veilig achterlaten is evenmin sinecure. Het centraal station van een stad met meer dan één miljoen inwoners beschikt over amper 15 fietsstallingen. Brussel lijkt niet te houden van haar fietsers. Is er een alternatief? De dagelijkse files bewijzen dat de stad koning auto ook niet meer met open armen ontvangt. Het openbaar vervoer doet zijn best, maar stiptheid blijft een pijnpunt. Ook trams en bussen delen immers in het fileleed. Wie zich met de metro verplaatst, heeft daar minder last van, maar verzeilt in de anonimiteit van de ondergrondse gangen. Misschien ziet Brussel haar bezoekers gewoon het liefst te voet, met een beetje meer tijd voor haar straten, huizen en mensen.


Wie zich toch nog wil wagen aan een fietstrip in het Brusselse, vindt hier meer informatie.

16 oktober 2007

Imagomanagement

You Tube is een beetje zoals Idool: een uitlaatklep voor mensen met een grote X-factor – of voor hen die dat denken te hebben. Een zoektocht naar populariteit, vaak geïnspireerd door een verkeerde inschatting van de eigen capaciteiten. Een soort populariteit die mensen overal te lande verenigt rond het televisietoestel of een computerscherm, maar ook een soort populariteit die niet steeds even benijdenswaardig is…

Een mens moet aan imagomanagement doen. Dat wordt vandaag zelfs in de klas aangeleerd. Aan de kant blijven staan en toekijken heeft weinig zin. Bouw een imago op, sleutel eraan en manage jezelf. Zorg ervoor dat de wereld je kent, anders heeft ze geen oog voor je. Vermijd genante situaties en compromitterende beelden, begeef je niet op glad ijs. Dirk Tieleman heeft het nog niet helemaal onder de knie.

De eerste stappen in imagomangagement op vertrouwd terrein zetten, lijkt dan ook het veiligst. Voor studenten Gedrukte en Online Media zou een weblog zo’n veilige haven moeten zijn. Nu misschien nog niet, over enkele maanden wel. Wij - Eline Vanuytrecht, Sarah Van Kerkhoven en Jonas Truwant - proberen daarom op deze weblog het beste van onszelf te geven, het beste van onszelf te publiceren. Publish Yourself.