30 november 2007

Facebook

Op maandag 26 november verscheen in De Morgen een artikel over de Britse privacycommissie die waarschuwt om persoonlijke gegevens op het internet te werpen.

Miljoenen jonge mensen stellen zichzelf bloot aan identiteitsfraude en brengen hun toekomst in gevaar doordat ze roekeloos persoonlijke informatie op het internet plaatsen. De Britse privacycommissie waarschuwt met name jonge gebruikers van blogs en socialenetwerksites zoals Facebook en MySpace.

Na deze onheilspellende inleiding laat De Morgen nog een heleboel experts aan het woord en geeft de krant ons in een apart kaderstukje enkele praktische tips om persoonlijke informatie op internet te beschermen. “Goede test: zou je willen dat ouders, leraars en werkgevers je profiel zouden lezen?

Mijn antwoord: uiteraard! Met foto's op een MSN Space hield ik mijn ouders op de hoogte van buitenlandse avonturen. En ik zou niet op deze blog publiceren, als ik niet zou willen dat mijn huidige leerkrachten en toekomstige werkgevers dit lezen. Imagomanagement, weet u wel?

Bovendien heb ik sinds enkele maanden ook de netwerksite Facebook ontdekt en kan ik mezelf zonder scrupules een fan noemen. Zeer geschikt om buitenlandse contacten te onderhouden, maar evenzeer om oude vrienden terug te vinden. Veel praktischer dan heen en weer e-mailen en meer vrijblijvend dan chatten want je bepaalt zelf wanneer je wat aan de rest van jouw Facebook-friends laat weten. Verder kan je er leuke spelletjes spelen, aan allerhande quizzen deelnemen, mensen oproepen voor leuke evenementen zoals 'België knuffelt', jezelf aan groepen met dezelfde interesses toevoegen, vrienden van vrienden van vrienden leren kennen en grappige foto's delen. Sociaal, interessant, perfect netwerkorgaan en volstrekt ongevaarlijk.

Je kiest immers volledig zelf wie je toevoegt aan je vrienden en wat die mensen vervolgens van jou mogen weten. Uiteraard moet je op het internet altijd uitkijken en rekening houden met gebruikers met mindere nobele bedoelingen, maar geldt dat niet in alle segmenten van het sociale leven zo'n beetje?

Dus: leve imagomanagement en netwerken; log in en vervoeg mij op Facebook!

28 november 2007

De politie, uw vriend

Imagomanagement. Ook de Gentse politie heeft het ontdekt. Tot het einde van de maand november word je in Gent als slecht- of onverlichte fietser voor de keuze gesteld: een grote boete betalen of de aankoop van een handig op de fiets te bevestigen voor- en achter- licht. In het laatste geval ben je twee euro kwijt.

Voor de meesten is de keuze wellicht snel gemaakt. Meer nog, de vrienden die zich de laatste weken met opzet door de politie lieten tegenhouden om zo de lichtjes aan te schaffen, zijn niet op één hand te tellen. In de Aldi betaal je er minstens het dubbele voor.

De fietsers zijn ongetwijfeld niet de enigen die er voordeel uit halen. “De politie, uw vriend” leunde waarschijnlijk nooit eerder zo dicht aan bij de waarheid. Studenten die spontaan en enthousiast op de politie afstappen, het moet een unicum zijn. Qua imagocampagne kan dat tellen.

Maar het gaat verder dan een “sympathieke geste”. De idee dat de superboetes in het leven geroepen zijn om de politiekas te spijzen, wordt op die manier de kop ingedrukt. De Gentse politie lijkt verkeersveiligheid prioritair te vinden. Hoe ze de geluidsinstallatie voor het komende politiebal zullen betalen is van ondergeschikt belang. En de verlichting, die hebben ze zelf al...

26 november 2007

Aussies for Kyoto


Zegt de naam Peter Garrett u iets? Neen? Dat is niet bijzonder, want de man mag dan een populair politicus zijn Down Under, in België is de Australische politieke klasse weinig bekend.

Herinnert u zich de hit ‘Beds are Burning’ nog? Jazeker? Terecht, want het nummer zorgde voor een internationale doorbraak van de Australische band Midnight Oil aan het einde van de jaren tachtig. De groepsleden eisten met hun nummer aandacht voor de rechten van Aboriginals in Australië. De charismatische, kale zanger van de groep was niemand minder dan Peter Garrett. U kende hem dus waarschijnlijk toch.

Sinds 1973 maakte Midnight Oil muziek waarmee de band maatschappelijke problemen aanklaagde. Ook het milieu was een inspiratiebron voor de protestliederen van de groep. In 2002 zegde Garrett de muziekwereld gedag en richtte zich op zijn politieke carrière. In 2006 schopte hij het tot Schaduwminister voor Milieu en Klimaat in Australië.

In Australië is het de gewoonte dat parallel aan het regeringskabinet een alternatief Schaduwkabinet wordt gevormd. Dat Schaduwkabinet bestaat uit leden van de oppositie - in Australië de Labor Party - die voor elke minister van de regering een tegenhanger leveren.

Garrett ijvert voor het milieu, maar is toch geen graag geziene gast in groene kringen. Er wordt hem verweten weinig terecht te brengen van de grote projecten die hij in zijn muziek promootte.

Zaterdag won de arbeidspartij van oppositieleider Kevin Rudd en Peter Garrett de parlementsverkiezingen in Australië. Winst voor de Labor-partij kan het milieu een stap vooruit helpen. Zowel Rudd als Garrett, die een goede kans maakt om de nieuwe milieuminister te worden, verklaarden immers tijdens de verkiezingscampagne dat als Labor de verkiezingen zou winnen, Australië meteen het Kyoto-verdrag zou ondertekenen.

Tot nu toe ratificeerde Australië het Kyoto-protocol, dat de uitstoot van broeikasgassen aan banden legt, niet. De CO2-uitstoot van het land swingt de pan uit. En dat ligt niet alleen aan de vele flatulente schapen op het uitgestrekte eiland. Australië is vandaag één van de grootste verbruikers van fossiele brandstoffen ter wereld. Grote afstanden die overbrugd moeten worden in het dunbevolkte land zouden daar onder meer van de oorzaak zijn.

De recente periodes van droogte en watertekort drukken Australië met de neus op de feiten: een krachtdadige aanpak van de klimaatopwarming is nodig. Maar de voormalige premier Howard wees elke medewerking om de Kyoto-doelstellingen te halen af zolang de Verenigde Staten en de ontwikkelingslanden ook niet meer inspanningen wilden leveren.

Als de nieuwe regeringspartij haar belofte houdt, kent het Kyoto-protocol binnenkort een nieuwe minnaar. Heel misschien kan het klimaatengagement van Australië ook de nieuwe Amerikaanse president eind 2008 warm maken om zijn handtekening onder het verdrag te zetten. Daar zou Moeder Natuur erg blij mee zijn.

25 november 2007

In hogere kerstsferen

'In godsnaam, geen kerstge- doe voor 15 december', dat is de slagzin waarmee Peeters en Pichal in het gelijknamige programma op Radio 1 de strijd aangaan met vroegtijdige kerstmannen, plastieken bomen, schelle verlichting en dito christmas-songs. Mooi initiatief, zo leek mij, want al die opgeklopte drukdoenerij en overgeorchestreerde kerstsfeer mogen voor mijn part tot een minimum van tijd beperkt worden. De gedwongen helletocht op zoek naar het perfecte kerstcadeautje voor ieder verste lid van de familie en de daarmee gepaard gaande overvolle winkels en straten zijn meestal al een hele opoffering, en dan is het echte feest nog niet eens begonnen (zucht). Geef mij maar een gezellig kerstmiddagje zonder al te veel kerstaccessoires maar des te meer dvd's en eten.

Tenminste dat dacht ik toch.

Maar dat was buiten de Deense hygge gerekend. Hygge betekent zoveel als gezelligheid en warmte, maar eigenlijk is het meer een onvertaalbaar goed en mooi gevoel dat er mee samenhangt en dat ik al uitgebreid leerde kennen op Erasmus in Denemarken. Denen beschouwen hygge als iets typisch Deens en zien het vaak als onderdeel van hun nationale identiteit. Voor veel Denen is julehygge, de gezelligheid rond Kerstmis, een van de hoogtepunten van het jaar.

Vanaf half november viert de hygge met andere woorden hoogtij in Denemarken want dan gaat officieel de kerstperiode van start. Na een weekendje Kopenhagen, ben ik willens nillens weer helemaal in de ban van dat Deense fenomeen doordat ik drie dagen lang helemaal werd ondergedompeld in een zacht rode, met warme glögg (Scandinavische glühwein-variant) overgoten en lekker gebak afgewerkte kerstsfeer. De aangenaam kerstige atmosfeer die in het meest zuidelijke Scandinavische land gecreëerd wordt, steekt schril af tegen het dwingende commerciële juk dat Santa Claus ons hier oplegt. Hoewel de Deense winkels uiteraard ook graag een extra centje verdienen aan deze periode, pakken de Denen het opvallend subtieler aan.

Er zijn mooie, zachte (liefst zelfgemaakte) kousen om je pakjes in te hangen, kerstmarkten (met grappige straatanimatie en zonder zatte jenever zuipers) en lekkere, speciaal gebrouwen kerstbieren. Het startschot wordt gegeven met het officieel aansteken van de kerstlichtjes in enorme kerstbomen die elk stads- en dorpsplein sieren en waarrond de Denen dan nog drie maanden kunnen schaatsen en het hoogtepunt vormen verschillende Julefrokost – bijeenkomsten (kerst-lunch) met familie, vrienden, verenigingen, clubs, ...

Doordat de kerstperiode er lekker lang duurt, zie je geen overrompelingen aan de kassa en veel goed gespreide feestelijkheden. Is het door de lange donkere wintermaanden, of zijn de Denen gewoon gevoeliger en fijnbesnaarder als het aankomt op het creëren van reële kerstatmosfeer zonder overdreven of nep aan te doen? Deze cynische antikerst Belg dompelde zich half november alvast gewillig onder in dat zalig hyggelige Kopenhagen.

24 november 2007

Allemaal Menskes

Ontzettend mooi kan een mens zijn. Maar ook even ontzettend lelijk. Dat dubbelzinnig gevoel dreef boven toen ik gisteren de Bol van de Koninklijke Vlaamse Schouwburg verliet.

Ultima Vez, het gezelschap onder leiding van Wim Vandekeybus, bracht er een modern dansspectakel op de planken. Eéntje dat worstelt met existentiële levensvragen. Een antwoord op die vragen kwam er niet tijdens de voorstelling. Een bevestiging van de verwarring die ze oproepen wel.

Het stuk was niet de volle negentig minuten even explosief en spannend. Theater en tekst speelden een kat-en-muisspel met pure dans, maar deden het spektakel soms stilvallen.


Subliem waren wel de momenten waarop alle tien de dansers zich op het podium wierpen en een confrontatie met elkaar aangingen. Teder en agressief tegelijk, elkaar aanrakend en dan weer afstotend, dansten ze met elkaar en om elkaar heen op opzwepende muziek, speciaal voor deze voorstelling gecomponeerd door Daan.


Het hoogtepunt van de voorstelling vormde een gevechtscène waarbij de dansers zowel de rol van de strijders als van de wapens innamen. 'Een mooi trillen, schudden en rommelen'. De chaos en ontsteltenis dropen van het toneel en betrokken elke toeschouwer in het gevecht. Prachtig, hoe de tien mensen op het podium elk spiertje in hun lijf controleerden en zich volledig overgaven aan de energie van het moment. Een vreemd beeld om zulke fraaie mensen te zien functioneren in een vreselijk decor van oorlog dat ze zelf creëerden.

Menske, een dansvoorstelling over de persoonlijke crisis van elke mens.

Ultima Vez tourt met Menske in Vlaanderen en Nederland tot februari 2008.

20 november 2007

Professor Jan met de pet

De aanslepende regeringsonderhande- lingen beginnen niet alleen bij politici en wetstraatjournalisten zwaar door te wegen. Ook het politiek-wetenschappelijke wereldje kreunt onder de druk. De druk om elke week opnieuw op radio, tv en in kranten hun mening te geven, de druk om zich daarbij te onderscheiden van jan met de pet.

Daags na de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in de kamercommissie Binnenlandse Zaken mochten vier politicologen, netjes verspreid over de KUL (Marc Hooghe), de UGent (Carl Devos), de UA (Peter Van Aelst) en de VUB (Patrick Stouthuysen) in De Standaard hun zegje doen.

“Als je weet dat je na de verkiezingen met politici van over de taalgrens moet onderhandelen, dan kun je beter vooraf wat verkennend werk doen en bondgenoten zoeken in het andere kamp”, schreef Stouthuysen, lid van het kransje wetstraatwatchers dat ik ervan verdenk voorafgaand aan verkiezingen zonder gene te durven verkondigen dat voorakkoorden een democratie onwaardig zijn.

Ik bleek bovendien niet de enige te zijn bij wie de wenkbrauwen de hoogte in gingen. Een week later volgde er een reactie van Mark Deweerdt en Jef Smits, twee politieke wetenschappers die – niet onbelangrijk - voor CD&V werken. Ze merkten geërgerd op dat van professoren toch verwacht mag worden “dat hun argumenten de toets van de wetenschappelijke kritiek doorstaan”.

En dus waren de heren politicologen een dag later weer aan zet. “De wetenschappelijke analyse van de hallucinante toestanden die we nu meemaken, publiceren we heus wel over een jaar of vijf in een of ander wetenschappelijk tijdschrift, dat door niemand wordt gelezen”, kaatsten Hooghe en Stouthuysen de bal terug.

Het pleit in hun voordeel dat Hooghe en Stouthuysen zich blijkbaar bewust zijn van de gapende kloof tussen maatschappelijke en academische relevantie. Maar als ik een voorzet mag geven (en dat geldt ook voor hun collega’s): misschien kan een differentiatie in titulatuur al heel wat mist doen verdwijnen. Opiniebijdrages ondertekend als ’wetstraatwatcher’ in plaats van als ‘politicoloog’ blijven even interessant, maar wekken niet de onterechte indruk dat alle methodologische en academische vereisten vervuld zijn.

18 november 2007

Beirut

Grandioos concert beleefd. Beirut, het geesteskind van de 21-jarige Amerikaan Zach Condon, trad woensdagavond op in een uitverkochte Botanique in Brussel. Op z’n platen heeft Condon de verschillende instrumenten één na één zelf bespeeld, opgenomen en gemixt, maar live omringt hij zich gelukkig met een uitmuntende zeven-koppige band.

Condon was trouwens niet de enige multi-muzikant op het podium want ieder lid van de band bespeelde minstens twee instrumenten tijdens het concert. Ze deden dat ook stuk voor stuk met zo'n aanstekelijk enthousiasme dat het hen soms zelf wat leek te overweldigen. Gelukkig was daar een fles whisky die lustig rondging en de sfeer op het podium nog bevorderde. In een fantastische mix van Balkan brassband à la Goran Bregovic, indie en klassieke chanson met een streepje Yann Tiersen brengen ze meeslepende muziek met een speelse knipoog.

Condon is bovendien een begenadigd podiumbeest en bezweert met zijn pakkende gezang niet enkel z'n eigen bandleden maar ook het publiek tot meezingen uit volle borst. Het deed allemaal sterk aan een zwoele Franse zomeravond denken, geen onredelijke associatie aangezien ook Condon duidelijk z'n hart aan la douce France verloren heeft.

“A la prochaine fois, I guess,” poogde hij tweetalig en een beetje sip het concert af te ronden, maar dat was gelukkig buiten het publiek gerekend dat Beirut voor maar liefst twee bisrondes liet terugkomen. Net voor het allerlaatse lied verzuchtte Condon “vous allez me tuer,” waarna hij het lot tartte en zich vol overgave tussen het publiek begaf dat hem dood...knuffelde.

Beluister Beirut op MySpace

16 november 2007

Eén beeld zegt meer dan duizend woorden

Zelf vind ik bovenstaand statement niet zo geschikt als openingszin voor een blog. Als ik de stelling zou aanhangen, zou ik ten eerste beter onmiddellijk ophouden met dit gebeuzel. En ten tweede zou ik mijn studie journalistiek opgeven. Of zou ik er nooit aan begonnen zijn. Ik zou ook geen kranten meer lezen, en zeker geen boeken.

Maar laat ik even duidelijk zijn: ik sta niet achter de stelling dat beelden sprekender zijn dan woorden. Of ik schreeuw het in elk geval niet van de daken. Soms kunnen beelden hevige - waar geen woorden voor zijn - emoties treffender weergeven dan een paar honderd woorden. Soms kan ik me vinden in de slogan. Maar ik schrééuw hem dus niet van de daken.

En dat is net wat De Morgen wel doet. De Morgen noemt zichzelf een kwaliteitskrant. Eentje waar de tekst nog steeds het overgrote deel van de krantenpagina’s moet vullen, waar foto’s ondergeschikt zijn en dienen als duiding bij de tekst. Niet omgekeerd.

Maar diezelfde kwaliteitskrant maakt, via een ander medium - de radio - weliswaar, reclame voor haar fotoboek met de kreet ‘één beeld zegt meer dan duizend woorden’. En al wil ik de kwaliteiten van fotograaf Stephan Vanfleteren en zijn collega's niet in twijfel trekken, naar mijn bescheiden mening is het niet raadzaam voor een (kwaliteits)krant om haar eigen bestaansreden in twijfel te trekken.

Geen dag gaat voorbij of de krantenredacteuren beklagen zich erover dat mensen geen dagbladen meer lezen. Internet is sneller, hipper en toont bewegende beelden. Televisie, noch zo hip noch zo snel als internet, laat in de sprint toch de gedrukte krant ver achter zich. De concurrentie is hard, maar niet onoverwinnelijk. Als je als krant tenminste niet je eigen ondergang tekent.

De Morgen kan wat leren van Peter Vandermeersch, die sinds dinsdag de - schijnbaar onverenigbare - titels ‘algemeen hoofdredacteur van o.a. De Standaard’ en ‘marketeer van het jaar’ combineert. Dit was geen sublieme marketing van De Morgen, lijkt me. Tenzij ze ironie hoogtij liet vieren in haar woorden…

14 november 2007

Titus De Voogdt en Dimitri Verhulst

Titus De Voogdt en Dimitri Verhulst. Twee (jonge)heren van formaat.

Vandaag mogen ze opdraven in dit schrijven. Wat brengt de jonge helden hier samen, vraagt u zich af?

Dat ze met succes een plaats in de Vlaamse artistieke wereld hebben veroverd? De eerste in de filmindustrie, de andere in de literatuur. Betwijfelbaar.

Dat beide heren - om het met een litotes te zeggen - niet onaantrekkelijk zijn? De eerste dankzij zijn fysieke verschijning, de andere door altijd sympathiek en gevat te uit de hoek te komen. Misschien.

Dat ze beiden in de weekendbijlage Zeno van De Morgen een stukje van hun ziel blootlegden? De eerste een maand eerder dan de andere. Eventueel.

Dat ze allebei met de pensioenleeftijd dwepen? De eerste met de gevleugelde woorden “Ik kijk er enorm naar uit om ouder te worden. Een jaar of zestig zijn, uw achterdeur openzetten, uw sloffen aantrekken en naar uw tomaten gaan kijken...Veel mooier kan het leven toch niet zijn?”. De andere omdat “het hem wel wat lijkt om 96 te zijn en jonge mensen druk te zien met hun job en hun leven en daar dan mee te kunnen lachen”. Exact.

Ik las met verbazing dat beide jongelingen - excuseer me het woord, heren, maar zo beschouw ik jullie nog - uitkijken naar het moment dat ze zestig zijn en niet meer moeten meedraaien in de maatschappij. Ik herken dat gevoel niet, hoewel ik me evenzeer tot de jongelingen mag rekenen. Ben ik abnormaal omdat ik liever eeuwig jong blijf? Abnormaal omdat ik liever nog alle dagen sport, met de fiets rijd, laat ga slapen en niet te vroeg opsta, uitga, mijn kleinkinderen geen geld toestop, maar het ontvang, mijn haar niet kam, op reis ga, met vrienden optrek in plaats van met de bridgeclub, geen reuma heb, liever een pintje drink dan een droge sherry, geen bril nodig heb om de gebruiksaanwijzing te lezen?

Misschien onderschat ik het onwaarschijnlijk harde leven van Jonge Bekende Vlamingen. Meneer Titus en Meneer Dimitri lijken het alvast zo snel mogelijk te willen ontvluchten. Hun leven moet er wel één zijn van kommer en kwel, van stress en gejaagdheid, van pijn en smart. Ik mag me gelukkig achten dat ik een Onbekende Vlaming ben en hierover zelf niet kan oordelen.


Ik betuig mijn medeleven met de heren De Voogdt en Verhulst. Omdat ze tijdens hun jonge leven uitkijken naar hun oude dag.


13 november 2007

Cirque du Soleil: hoger, sneller, duurder

Varekai, de nieuwste productie van het Canadese Cirque du Soleil, begint met een gevleugelde jongeman die uit de lucht valt (letterlijk en figuurlijk) wanneer hij in een nieuwe, wonderlijke wereld terechtkomt. In het mysterieus bos vol kleurrijke figuren ontdekt hij hoe je ook zonder vleugels kan vliegen. Het verhaaltje vertoont duidelijke parallellen met dat van Icarus, maar eigenlijk is dat volledig ondergeschikt aan de indrukwekkende opeenvolging van de meest originele en spectaculaire acts.

Van het zeer inventieve begin wanneer de jongeman gevangen zit in een soort groot visnet en een prachtige bevrijdingspoging hoog boven het podium uitvoert, tot het einde wanneer een ploeg stevige kerels zichzelf katapulteren van op grote schommelconstructies, het motto is duidelijk: er is hoog, hoger en dan is er Cirque du Soleil. Het publiek weet tijdens de acrobatische acts vaak niet waar eerst kijken, maar gelukkig vormen de eenvoudige, maar heel geestige clownacts welgekomen rustpunten in het programma.

De succesformule van Cirque du Soleil met livemuziek, een grootse show en uitmuntende prestaties van artiesten en crew levert opnieuw een zeer geslaagd totaalpakket op voor een leuk familie uitstapje. Toch kan het voor een modale familie van vijf algauw een dure grap worden om een namiddagje circus mee te pikken. Het goedkoopste ticket kost immers 34 euro, en als de koters ook nog eens een bakje popcorn en beker cola willen, tikt de rekening al snel aan.

De mega-cinema-sfeer die wordt gecreëerd door naast die versnaperingen ook allerhande gadgets en volstrekt onnuttige souvenirs te verkopen, staat in schril contrast met het authentieke, creatieve profiel dat Cirque du Soleil zich graag aanmeet. Ook de grote flatscreens die rondom de tribune hangen en waarop in het groot de nationale sponsors prijken, vormen een vreemd beeld voor aanvang van de show en tijdens de pauze.

Varekai betekent 'waar dan ook' in het Romani, de taal van zwervers overal ter wereld en dat universele uitgangspunt wordt prachtig omgezet naar de wondere wereld van Cirque du Soleil. Als de voorstelling ook voor 'wie dan ook' betaalbaar zou worden en een tikje minder commercieel, klopt het plaatje helemaal.

6 november 2007

Deontoloog of utilitarist?

Plus één. Dat is de rekening die Thierry Debels kan maken na dit blogbericht. De controverse rond zijn boek levert de schrijver nog een keer publiciteit op. Nog voor het boek in de winkelrekken lag, haalde het al de media via geijkte kanalen als radio en kranten, en het eiste ook zijn plaats op in een aantal weblogdiscussies. Bij deze dus: plus één.

Debels is de auteur van Hoe goed is het goede doel?, dat morgen, op 7 november, verschijnt. In zijn boek hekelt hij de werking van Belgische ngo’s. Vooral de weinig verbloemende ondertitel van het boek 100 euro in de collectebus van 11.11.11 levert slechts 1 euro in het Zuiden op schoot de ngo’s in het verkeerde keelgat. 11.11.11, de koepelorganisatie van Vlaamse ngo’s, is niet te spreken over de aantijging en wil de ondertitel laten schrappen. Debels heeft naast een hoop reclame meteen een proces aan zijn broek.

Wie de discussie volgde, kijkt uit naar de uitgave van het veelbesproken boek waarvan hij nog geen letter heeft kunnen lezen. Vanaf morgen kan er dus eindelijk een (onderbouwd) oordeel geveld worden.

Eerder deze week werd ook in het weekblad Knack de ontwikkelingssamenwerking op de korrel genomen. Onder de welluidende titel De wilde weldoeners gingen deze keer niet Suske en Wiske de strijd met het kwaad aan, maar wel ULB-lector Francine Mestrum. Van kleine particuliere initiatieven over ngo’s tot de Wereldbank, geen enkele kon op goedkeuring rekenen.

Maar mag ik even voorbijgaan aan dit gekibbel en u een vraag stellen over uw duit in het zakje van de ontwikkelingssamenwerking? Komt die er vanuit deontologisch of utilitaristisch standpunt?

Wablief? Deontologisch? Of utilitaritisch? Gééft u, met andere woorden, omdat dat ethisch verantwoord is, uit een soort van schuldgevoel? Of omdat u werkelijk wil dat zoveel mogelijk mensen op deze wereld een menswaardig bestaan kunnen leiden?

Misschien is een utilitaristisch uitgangspunt wel het fraaist. En een doorlichting van wat er effectief met de hulp gebeurt is dan op zijn plaats. Maar moeten velen niet toegeven dat - onbewust - eerder een deontologische visie overweegt in de keuze om ontwikkelingsorganisaties te steunen? En is kritiek, ongeacht of deze terecht is, op de aanbesteding van deze steun niet een klein beetje hypocriet?

Ik ga op reis en ik laat thuis ...

De afgelopen week schreven de regeringsonderhandelaars zichzelf enkele dagen rust voor. De meesten profiteerden er dan ook van om andere oorden op te zoeken. Dat betekende echter niet dat de formatiedans stilviel. Integendeel, het reisgedrag van de onderhandelaars kon heel wat verraden over hun intenties.

Toegegeven, reisgedrag doorgronden is niet iedereen gegeven. Daar moet je een ervaren reispsychologe voor zijn. Je weet wel, zo iemand die door de week op Life TV bij Kadèr Gürbüz op schoot zit en zich buigt over netelige kwesties als “Is Center Parcs een goede bestemming om met kleuters naartoe te gaan?”. Of: “Mijn man wil geen televisie op reis, zodat ik ’s avonds niet meer naar dergelijke onzin kan kijken. Wat nu?”

Niet dat ik zelf zo’n reispsychologe ben. Ik heb er de borsten niet voor. Toch kan ik me nogal gemakkelijk in hun hoofd verplaatsen. Bijvoorbeeld door na te denken over vragen als: “Hoe ziet een trip naar een uitzichtloze Sahara-vlakte eruit?”

Eerst en vooral - zou zo’n reispsychologe opmerken - stellen we vast dat sommigen ervoor kiezen onze grenzen – tot nader orde nog steeds die met Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en Nederland – over te steken. Het gerucht dat Leterme wél zou verderwerken en zelfs huisbezoeken zou afleggen, zit daar ongetwijfeld voor iets tussen.

In de val gelokt worden door een uit zijn uniform gegroeide scout, die met een droevige blik in de ogen op zaterdagochtend aanbelt, vertelt dat het scoutslokaal afgebrand is en ze daarom een ruilactie op touw gezet hebben. En of u niets wil schenken in ruil voor een stukje gesplitste BHV? Neen, dat zou hen niet overkomen.

MR-onderhandelaars Didier Reynders en Sabine Laruelle trokken daarom naar Afrika. Op het programma stond wellicht een safari. En ’s avonds werden de geschoten leeuwen, inclusief zwarte klauwen en tong, feestelijk opgepeuzeld. Heerlijk toch, zo wegdromen op vakantie…

Bart Somers had dan weer een uitje gepland naar Trier. ‘Netwerken’, heet dat. Onze Duitstalige landgenoten te vriend houden. “Na gemiddeld 150 dagen word je in een relatie voor het eerst met de sleur geconfronteerd. Een triootje kan voor wat afwisseling zorgen”, had Somers ergens gelezen. “En wat op microniveau wordt afgewezen, pakt misschien wel op macroniveau”, werd de reispsychologe zelfs even Freudiaans.

Veruit het meest open minded was echter Joëlle Milquet. Ze was met het gezin naar Sint-Idesbald geweest, aan de Vlaamse kust. Toegegeven, Franstaligen voelen er zich soms sneller thuis dan Vlamingen. Desalniettemin is het een mooi symbool van de CDH-voorzitster. En symbolen, dat is toch waar het de komende weken om draait?

Milquet genoot duidelijk met frisse teugen van de zeelucht en stond er zelfs de VRT- en VTM-Noordzeecorrespondenten te woord. Veel tijd had ze echter niet, plots moest ze dringend een go-cart huren. En net op dat moment kwam een satellietwagen van Life TV de zeedijk opgereden, met Kadèr Gürbüz aan het stuur…

2 november 2007

Een klare kijk

Vorig weekend naar de film Michael Clayton gaan kijken. Degelijke juridische thriller zonder clichématige rechtbankscènes, pakkende acteerprestaties zonder franjes, hyper-actuele inhoud zonder belerende ondertoon en natuurlijk George Clooney zonder één rimpeltje. Dat laatste is achteraf het enige gespreksonderwerp dat ons (toegegeven: drie vrouwen, één man) de hele rit naar huis bezig houdt. Hoe komt het toch dat de inmiddels 46-jarige acteur er schijnbaar argeloos zo perfect blijft uitzien? Een van de aanwezige vriendinnen die voor L’Oréal werkt kan daar formeel over zijn: “botox, sowieso.”

Na een minuutje googlen, blijkt dat Clooney inderdaad al enkele botox injecties kreeg om zijn ogen een meer wakkere kijk te geven, en hij die ingreep zelf heeft bekend gemaakt. Oprechtheid die hem in de ogen van vele fans nog perfecter maakt. Botox hangt inderdaad niet meer in de taboesfeer van enkele jaren geleden. Toen was het moreel verantwoord volledig natuurlijke schoonheid na te streven, en gewoon blij te zijn met hoe je bent. Nu wordt tevreden zijn met jezelf algauw ingevuld door tevreden zijn met de gewilde, betaalbare versie van jezelf.

Duidelijk voorbeeld daarvan is de botox-party trend, de iets gewaagdere variant op de huiselijke tupperware-feestjes, waar vriendenkransjes samenkomen en volledig rimpelloos de bijeenkomst weer verlaten. Maandagochtend nog gehoord als discussiepunt op Radio 1 bij Peeters & Pichal, morgen bij u in de huiskamer?

Mijn gezelschap in de auto concludeert dat rijpere mannen er gewoon beter ‘slechter’ uitzien dan hun vrouwelijke leeftijdsgenoten. George Clooney’s wallen zijn sexy, want die man heeft ‘geleefd’, terwijl een vermoeide look voor Sharon Stone of Demi Moore absoluut uitgesloten is. Persoonlijke vooroordelen of algemene perceptie die verschoven is? Iedereen in het verweer tegen opkomende plastische chirurgie, maar ondertussen wel verlekkerd opkijken naar Hollywood-sterren? Doet ieder met zijn lijf wat hij of zij wil, of zijn er grenzen aan je goed in je (opgespoten) vel voelen? Wat er ook van zij, het taboe is doorbroken en de discussie geopend.
En George Clooney, die ziet er nog steeds uit als zichzelf, enkel beter.

Voor wie meer wil lezen: in het EOS-Magazine van november staat een artikel over de verborgen talenten van botox.